Op 21 juni presenteert celliste Maya Fridman haar nieuwe album ‘Canti d’Inizio e Fine’ in de Oosterkerk. Maxim Shalygin componeerde ‘Canti d’Inizio e Fine’ voor ‘a solo performer who can feel, play, sing, scream, moan, swear, breathe, squeal, whisper, bleat, hiss, dream…’ en droeg het op aan Maya. Canti d’inizio e fine bestaat uit zes liederen en een epiloog, Todesfuge naar het gedicht van Paul Celan – een meesterlijke beschrijving van de verschrikkingen en dood in een concentratiekamp. De epiloog combineert mysterieuze beelden met ritmische variaties en structurele patronen die zowel ontwijkend als gearticuleerd zijn.
Maya Fridman is winnaar van de Dutch Classical Talent Award 2019.
“ Ik heb nooit gedacht dat ik me op de Holocaust zou richten als onderwerp in mijn werk, laat staan in zo’n diepe en pijnlijke manier. Het was nooit de bedoeling dat deze cyclus zich in die richting zou gaan bewegen. Echter, direct toen ik besloot om het laatste deel te schrijven op basis van de tekst van Paul Celan’s gedicht Todesfuge, veranderde dit concept radicaal. De delen schreven zichzelf niet, noch in hun uiteindelijke volgorde, noch in hun geheel. Langer dan een jaar ben ik bezig geweest met wat voelde als een of ander raar mozaïek samenstellen en uiteindelijk rondde ik vijf delen af zonder ook maar enig idee hoe deze te noemen.
Tot het moment dat ik Claude Lanzmann’sShoah keek, een van de krachtigste documentaires over die onvoorstelbare tragedie in de geschiedenis van de mens, een documentaire die licht schijnt op een grote verscheidenheid aan allerlei details. Op een gegeven moment in deze film beschrijft een vrouw hoe een groep naakte mensen door het donker werden gedreven, van de trein naar de kamers, met het geblaf van honden en het geschreeuw en mishandelingen door de cipiers… Toen hoorde ze gegil vanuit de groep en realiseerde ze zich snel: deze mensen riepen de namen van de Engelen Des Doods uit.
Dit is hoe de Engelen Des Doods de namen van de zes delen werden, geconcludeerd door de epiloog van de Todesfuge, waar Maya tegelijkertijd zingt en speelt.
De meest verschrikkelijke Engel van deze zes is Abaddon, de Engel die alles om zich heen verwoest. Een zeer lange tijd probeerde ik me te bedenken hoe zoiets zou klinken, en hoe je zoiets überhaupt zou kunnen uitdrukken in muziek. Ik kreeg het idee van ononderbroken, agressieve, a-periodische glissando, vanuit een ultra-hoog register langzaam naar het laagste register. Een langzame ontlading van bloed… Hier bovenop lagen van geschreeuw en gegil: van de mensen, van de cipiers? Dat blijft onduidelijk. Voor dit deel greep ik voornamelijk uit lijsten van vloekwoorden die werden gebruikt voor Joden in de kamen, veelal Duits, deels Pools en Oekraïens. Deze tekst vermengde ik met allerlei verzonnen lettergrepen, gekreun, bladen en andere geluiden. En het geluid van klappen – wat voor soort klappen weet ik zelf ook niet – die zich door de textuur heen snijden.
De Todesfuge bleek een goed voorbeeld van composer’sluck, en, hoe moeilijk het ook was te schrijven, niet neer te leggen in het proces. De structuur van het gedicht verleende oplossingen voor de compositie; wanneer een componist zo’n sterke energetische band op heeft gebouwd met een bepaald stuk poëzie, kan hij zich het niet voorstellen zonder muziek. Dat is waarom er voor mij niets restte dan het te schrijven zoals het moest klinken.
Echter moet ik toegeven dat ik nog steeds niet volledig begrijp wat de functie is van deze muziek en waarom ik het schreef. Maar ik voel me alsof, hoe naïef dat ook mag klinken, het formuleert iets wispelturigs, iets fragiels, maar desalniettemin zeer belangrijk en weegbaar.
Ik laat dit schip zeilen, in de hoop dat het een veilige schuilplaats mag bieden voor iemand. “
– Maxim Shalygin